Op 24 december 2021 wees de Hoge Raad der Nederlanden het zgn. kerst-arrest inzake de heffing van belasting op vermogen in lidstaat Nederland.
Op 24 december 2021 wees de Hoge Raad der Nederlanden het zgn. ‘kerst-arrest’ inzake de vermogensrendementsheffing (Hoge Raad 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963).
Dat arrest ‘stinkt’ enorm, zoals nu eenmaal alles ‘stinkt’ wat de Hoge Raad doet. Het duurt even voor je het door hebt, maar dan gaan ook alle poorten open.
Ik zal het even uitleggen.
De Hoge Raad der Nederlanden oordeelde – kort gezegd – dat de heffing van een forfaitaire belasting op vermogen in strijd is met artikel 1 EP EVRM. Dat is volgens de weg van internationaal recht.
Volgens het internationaal recht, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, gelden andere – veel minder strenge – regels dan voor de evenknie van het EVRM, de grondrechtencatalogus, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Om die reden kon de Hoge Raad der Nederlanden – aantoonbaar en bewezen niet onafhankelijk en onpartijdig – even in het achterhoofd houden – ‘rechtsherstel’ bieden.
Rechtsherstel moet u duiden in de zin van ‘een voorzet aan Marnix van Rij’ en een discussie over wie op welke wijze ‘rechtsherstel’ moet worden geboden. In normaal Nederlands; zo weinig mogelijk gestolen geld teruggeven aan die burgers…
Het EVRM kent immers geen wettelijke verwijzingsplicht.
Artikel 1 EP EVRM is het recht op eigendom en correspondeert met artikel 17 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, al dan niet in combinatie met artikel 52, lid 1 Handvest.
De Hoge Raad der Nederlanden zegt dus dat er strijd is met het (ongestoorde) recht op eigendom. Had de Hoge Raad onafhankelijk en onpartijdig geacteerd, het zij de Hoge Raad immers bewezen niet gegeven, dan had de Hoge Raad via de weg van artikel 17 Handvest van de grondrechten de inbreuk op het recht van eigendom vastgesteld, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 21 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
In dat geval immers, ontstaat wettelijke verwijzingsplicht, omdat de Hoge Raad der Nederlanden geen zelfstandig rechtsherstel mag bieden inzake artikel 17 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de zaak moet verwijzen naar het Hof van Justitie in Luxemburg.
Daarmee heeft de Hoge Raad – in het belang van de nationale staatskas – voorlopig – een financiële catastrofe voor zijn baas kunnen voorkomen. Immers, hij is niet bevoegd te oordelen over de draagwijdte en de betekenis van het recht van de Unie.
In ieder geval volgt uit de schending van artikel 17 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat de in strijd met het Unierecht geheven belasting terugbetaald moet worden met een passende rentevergoeding (wettelijke rente handelstransacties). Dat scheelt een paar miljard euro voor de staatskas, DE bepalende factor voor de Hoge Raad der Nederlanden.
Maar bovenal, het Hof van Justitie had mogelijk wel eens de hele heffing kunnen verbieden! Het zou mij allerminst verbazen in het licht van de grondrechten, integendeel.
Vast staat dat de Hoge Raad der Nederlanden vaststelt dat er een inbreuk is gepleegd op de rechten van artikel 17, lid 1 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zij het via de weg van internationaal recht, teneinde te ontkomen aan de verplichtingen van het Unierecht.
Daarmee staat de onrechtmatigheid mijns inziens kennelijk vast. De Hoge Raad der Nederlanden heeft nagelaten zich overeenkomstig artikel 267, derde alinea VWEU tot het Hof te wenden om te vernemen of de heffing van belasting – zonder rekening te houden met de werkelijke vermogensresultaten of vermogensvorming – zich verhoudt met het recht van de Unie.
Daarmee wordt mijns inziens de Staat der Nederlanden reeds om die reden integraal schadeplichtig, zonder beperking in de tijd en zonder dat relevant is of bezwaar is ingesteld, nu dat voor het leerstuk van lidstaataansprakelijkheid geen enkele rol speelt.
Dat zou kunnen betekenen dat wanneer de zaak voorgelegd was aan het Hof, of nog voorgelegd gaat worden aan het Hof, al dan niet via de weg van de EC, de hele vermogensrendementsheffing in het verleden en de toekomst ongedaan gemaakt gaat worden, ook voor mensen die geen bezwaar hebben ingesteld, en zonder beperking in de tijd.
Ja, als je steelt, moet je terugbetalen, zo simpel is het. Stelen mag niet, ook niet door de Nederlandse Staat, al denk die van wel blijkbaar, maar gelukkig hebben wij het Hof van Justitie die dit land voor tenminste 100 jaar op zijn plaats gaat zetten!!!